Koninginnedag in Horst aan de Maas
‘Ik ben bij Eddy en pap is bij ’t Gasthoes iets doen…’. Deze tekst staat op een briefje dat ik op de keukentafel vind. Mijn zoon heeft desgevraagd laten weten waar hij naar toe is en hij heeft met een vooruitziende blik een toevoeging gedaan voor zijn zus die ook nog thuis moet komen. Pap is bij ’t Gasthoes ‘iets doen’. Dat ‘iets doen’ is de presentatie van de traditionele ontvangst van alle gedecoreerden uit Horst aan de Maas. Allen die ooit een lintje van de koningin hebben ontvangen worden in deze gemeente ontvangen op Koninginnedag. Sinds de fusie in 2010 zijn dat er zoveel dat de ontvangst niet meer in het gemeentehuis is, maar in ’t Gasthoes plaatsvindt. Vanmorgen vanaf half twaalf was de inloop en om 12.00 uur sprak de burgemeester de genodigden namens het gemeentebestuur toe. Een traditionele en officiële ontvangst dus, die ik aan elkaar mocht praten. Ik heb dat onze Mees vanmorgen wel verteld, voordat ik ging, maar al ‘gamend’ heeft hij dat gegeven voor zichzelf maar vertaald als ‘iets doen in ’t Gasthoes’.
Ik lees zijn briefje en denk terug aan de afgelopen twee uurtjes. Um en Um vermaakt de kleine 300 gasten met hun mooie liedjes totdat de burgemeester zijn toespraak houdt. Hij refereert aan het jaar 1980. Het kroningsjaar van onze koningin. Verschillende gebeurtenissen uit dat jaar haalt hij terug in de herinnering. Joop Zoetemelk won toen blijkbaar de Tour de France, na vijf keer tweede te zijn geweest. President Tito van Joegoslavië stierf in 1980 op 87 jarige leeftijd. Op de poolse Leninwerf begon in dat jaar in augustus de staking die door velen als het begin van de val van het communisme in het Oostblok wordt gezien. In september van 1980 wordt de 17 km lange St. Gotthard tunnel geopend en wordt het 150 jarige bestaan van België gevierd. Terwijl in december van dat jaar de firma 3M de gele Post-it velletjes op de markt brengt. Dat was allemaal in 1980, het kroningsjaar van onze Koningin. Heel veel gebeurtenissen, met heel veel mensen, die ieder op hun eigen manier ‘iets deden’. Vandaag, 31 jaar later, vieren we dat onze Koningin ook ‘iets doet’. In Thorn en Weert deze keer. In Horst aan de Maas ‘doen we daarom iets’ met meer dan 150 gedecoreerden, samen met hun partners in het Gasthoes.
‘Ik ben bij Eddy en pap is bij het gasthoes iets doen’. Het briefje van Mees zet me aan het denken. Hoe vaak zouden er bij heel veel andere mensen thuis dergelijke briefjes op de tafel hebben gelegen? Geschreven door kinderen van mensen die naast hun werk, heel veel van hun vrije tijd steken in het verenigingsleven of in allerhande andere activiteiten voor de gemeenschap. Voor kennissen, vrienden of buren zich inzetten. Mensen die voor hun jarenlange activiteiten vervolgens een lintje ontvangen, maar misschien nog wel méér mensen die dat lintje (nog) niet krijgen. Van al die mensen, gedecoreerd of niet, schrijven hun kinderen elkaar briefjes, bij de veelvuldige afwezigheid van hun ouders. Mijn vrouw is vandaag naar de vrijmarkt in Amsterdam dus die komt pas laat in de avond thuis. En pap? ‘Pap is bij ’t Gasthoes iets doen’.
Gisteren zijn er in het gemeentehuis veertien nieuw gedecoreerden bij gekomen. Ook omdat zij in hun leven ‘iets deden’ of nog steeds doen. De burgemeester las veertien keer een indrukwekkende lijst van activiteiten voor. Vaak was er door hun kinderen iets in het garen gehangen waardoor vader of moeder met een smoes naar het gemeentehuis was gelokt. Misschien ook wel door middel van briefjes. Alle veertien nieuw gedecoreerden waren vanochtend voor het eerst voor die gelegenheid in ’t Gasthoes. Ze waren de reden van de aubade die de Koninklijke Harmonie van Horst hen bracht. De Harmonie, die begon met16 maten van de drumband, gevolgd door een 16 maten durende mars met de naam ‘Gloriozo’. Eén couplet van het Wilhelmus deed iedereen in het Gasthoes opstaan en het ‘Lang zullen ze leven’ werd ondersteund door 300 enthousiast klappende mensen. Op de keukentafels van de leden van de Harmonie thuis lag misschien hier en daar ook wel een briefje. ‘Mam is in ’t Gasthoes, iets doen’.
Voor sommigen heeft dat wat er gedaan wordt niet meteen een naam. Zelfs gedecoreerden vinden zelf dat dát wat ze gedaan hebben eigenlijk geen naam mag hebben. En dan wijzen ze naar een andere gedecoreerde. ‘Wat dié gedaan heeft, dát verdient een lintje’. De burgemeester haalde het voorbeeld terecht aan in zijn toespraak. De ene lintjesdrager vindt z’n eigen bijdragen niet noemenswaardig en wijst in bewondering naar de ander. Wat hij of zij vaak niet ziet, is dat die ander ook naar hem wijst. Waarschijnlijk met dezelfde gedachte en zelfs vaak met dezelfde woorden: ‘Wat dié gedaan heeft, dát verdient pas een lintje. Ik doe maar iets, maar die ander die doet écht iets wat er toe doet…’ En zo wijzen ze naar elkaar omdat ze wat die ander doet zo waarderen.
Een dag waarop alle verdiensten geëerd worden met een lintje verdient zon. En op plaatsen waar al deze lintjesdragers op welke plek dan ook bij elkaar komen, mogen de vlaggen hangen. Maar daar waar de kern gelegd wordt voor al dat moois, daar mogen hopelijk tot in lengte van jaren briefjes liggen op de keukentafels. Bij mensen met of zonder lintje. Het briefje zelf is de decoratie. Het mag dan misschien geen naam hebben, maar er zit zoveel kracht in die twee woorden, die onze Mees voor zijn zus, voor Thea en voor mij opschrijft. ‘Iets doen’. Daar gaat het in essentie om. ‘Met liefde’ vul ik in mijn hoofd aan. En ik wandel van thuis uit naar het Wilhelminaplein, waar een heleboel oranje vrijwilligers een grote groep kinderen vermaken. Ouders en oranjevierders zitten daar waarschijnlijk op het terras. De zon schijnt terwijl ik een briefje schrijf waar ik ben. ‘Iets doen’. Iets ‘oranjes’.