Post Tagged ‘Dromen’

Hoe harder hij kijkt, hoe meer ze lijkt te gaan leven. Hij wou dat ze zich naar hem omdraaide, een snelle blik zou genoeg zijn.
Hij doet een stap in haar richting. Hij wil weten welke kleur haar ze heeft, of ze net zo’n grof gezicht heeft als de anderen. Die hebben de kleur van een stoffige aardappel, ongeschild. Ze lijkt tengerder.
Hij doet nog een stapje dichterbij. Ze blijft bewegingloos. Het schamele licht valt op haar nek, strijkt langs een wang. Hij spant zich in om nog beter te kijken. Alle geluiden om hem heen vallen weg. Het is stil daarbinnen. Bewoog ze nou toch?
Hij zou naast haar willen gaan zitten, zelf ongegeneerd zijn handen in de schotel willen steken, happen hete patatten naar binnen willen schrokken en dan een slok hete koffie slurpen. Hij kan de warmte bijna langs zijn slokdarm voelen glijden. Hij zou haar aankijken en tevreden glimlachen.
‘Rob!’ Zijn moeder aait hem over zijn haren. ‘Wat sta je te dromen? Ga je mee? Binnen kun je ze in het echt zien.’ Hij trekt zijn blik los van de poster en kijkt verbaasd op naar haar. ‘Echt?’
De bijdrage van gastschrijver Jozef Zibben

Doodgewoon weer Augustus

Geplaatst op: 6 augustus 2010 door Carolien Geurtsen in Thema: Dood
Tags:, , , , , ,

Vandaag is het 6 augustus 2010 en is mijn neefje Jelle 3 jaar geworden. Ik heb net met hem geskyped. Hoe leuk dat ook was, er bekruipt mij langzaam ook weer een ritje ‘down memory lane’, vandaar dat ik er nog eens het stuk bijpak wat ik vorig jaar schreef. Met onze schrijfbloq collega’s schrijven we vaak rondom thema’s! En dit schreef ik rond het thema ‘DooD’.
Geschreven op 30 augustus 2009 en eerder gepubliceerd op Linkedin IEDP-columns  en op  Caro’s Blog


…Het is nu  twee jaar en een week geleden dat ze op vrij dramatische wijze overleden is. Ze was alleen thuis en kreeg midden in de nacht een hartaanval, belde 112 en stierf tijdens dat gesprek. terwijl de centrale probeerde haar te laten zeggen waar ze woonde. Ik ben nog steeds verbijsterd dat daar geen automatisch trace system voor bestaat via nummer herkenning,  maar dat terzijde. Ze waren toch niet op tijd geweest vermoed ik.  Ik mis haar dagelijks en ik kan er  ook goed mee zijn dat ze er persoonlijk niet meer is.

Ik mis haar niet omdat het overal en heel vaak voelt alsof ze er gewoon nog is, sterker nog, dat is hoe ik haar ervaar: omni-aanwezig. En als je denkt dat voelen en ervaren hetzelfde is, voor mij  is dat in ieder geval niet zo. Ervaren is dieper, meerdimensionaler, niet op de voorgrond maar alom en compleet.

In het begin was het soms erg schrikken als ik me realiseerde dat ze dood was: “Ze bestáát helemaal niet meer echt, ze is dood!”

Heftig bizar en intens die momenten, en ik barstte dan gerust in huilen uit. Dat was meestal in de Albert Heyn omdat we daar regelmatig samen gingen shoppen. Door de tijd heen is dat verzacht, met af en toe nog flinke schrikdraad-ervaringen.

Tegenwoordig, als ik me redelijk prettig tot zeer goed voel, en haar ineens zo vanzelfsprekend aanwezig ervaar, dan is er op zo’n moment een warme glimlach op mijn lippen en voel ik dat mijn ogen stralen, zo vervullend is die sensatie. Als ik me klote en eenzaam voel – niets menselijks is mij vreemd – dan is er nog steeds een – op zo’n moment licht verdrietige glimlach en verwondering voelbaar en  dan glanzen mijn vochtige ogen. Als ik het intens diepe verdriet van mijn zus zie, ben ik blij en dankbaar met dat ik ben waar ik ben en wie ik ben en met wat ik durf te voelen. Ik voel me rijk met mijn ervaringen.

Evengoed was ik als een kind zo blij en opgelucht, toen ik ruim een jaar geleden voor het eerst eindelijk ook eens over haar droomde, of het in ieder geval kon onthouden. Voor zo een notoire droomonthoudster als ik, had het eindeloos lang geduurd. Ze dacht vast in haar grote alwetendheid van omnipotent bewustzijn, dat ik het niet ‘nodig’ had, zoals ze ook tijdens haar leven altijd wel dacht dat ik me alleen goed kon redden, wat ook zo is. Maar het is prettig en heerlijk om liefde en aandacht te ervaren en af en toe bevestigd te krijgen en niet alleen te weten dat die liefde er is. En een berichtje van gene zijde stel ik altijd zeer op prijs!

De droom was erg ‘matter of factly’ en misschien juist daarom zo prettig:

– In de keuken van het huis in Utrecht waar we vanaf mijn 6e woonden, stond ze een maaltijd te koken voor mijn vader en mij. Mijn zus en broer waren niet in de picture, en – zoals dat in dromen kan gaan – dat deed er ook niet toe. De keuken was nog van vóór de verbouwing, klein en met een granieten aanrecht; mijn moeder ook ongeveer van de leeftijd die ze had toen ik 6 jaar was. Ik was mijn goeie zelf van nu, jong van hart en ouder van leden. Ik vroeg haar waarom ze niet voor haarzelf had gekookt. Ook weer erg matter of factly zei ze: “Omdat ik dood ga”. Die mededeling schokte me niet, wel zei ik tegen haar: “Nou dat is geen reden om tot die tijd niet lekker te eten, ik ga wat voor je maken!” En ik maakte voor haar een maaltijd klaar met zeekraal.

Daar eindigde de droom of in ieder geval mijn herinnering eraan. Ik verbaasde me over de zeekraal, had er wel eens vaag van gehoord maar niet in verband met voedsel of met mijn moeder. Eerder met het bedreigd milieu enzo. Toen heb ik op zeekraal geGoogled en in mijn droom zag het er net zo uit als op de foto’s die tevoorschijn kwamen. “Leuk”, dacht ik nog. Ik heb tenslotte wel vaker helderziende dromen.

Ik heb de droom aan mijn vader verteld. Tussendoor kreeg ik in die week uit heel andere, voedseldeskundige bron, zeekraal geadviseerd als gezond voor mij. Dat vond ik grappig opmerkelijk, gezien mijn droom en de timing. Volwaardig voedsel dus ook nog. Ik voelde me als een vis in het water. Cool.
Mijn vader vond de droom boeiend, keek me verwonderd aan en vertelde dat zeekraal een van haar lievelingssnacks was, die ze regelmatig bij haar visboer haalde, een feit waar ik dus totaal niet van op de hoogte was.

Ik was al tevreden uit de droom wakker geworden de week ervoor en nu begon ik  me nog beter te voelen, een diepe sensatie van tevredenheid breidde zich in me uit en aan mijn vader te merken werkte dat aanstekelijk. Hij was duidelijk ook in zijn sas. Het is dat ik nooit geduimd heb, maar zo knus als ik dat vroeger eruit vond zien, zo voelde ik me nu. Hij vertelde over zijn helderziende dromen van toen hij kind was, waar zijn moder zich het lazerus van schrok. Die lagen dan ook in de orde van grote van: “Tante Mien, die is toch dood?” Terwijl mijn oma van niets wist en een half uur  later een familielid buiten adem op de fiets kwam aanrijden om te vertellen dat tante Mien net was overleden. Mijn vader had zijn vermogens fijntjes leren verbergen door de ontzette reacties van zijn familieleden. Nu haalden we samen bij een kop thee herinneringen op aan zijn vrouw, mijn moeder. Blij ben ik met monze band met mijn verworvenheden, blij dat mijn ouders nooit geschrokken zijn van mijn ‘gekke’ invallen, bizarre voorgevoelens en bijbehorende carriere-pad.

’s Avonds reed ik in mijn auto naar huis, mijn vader nog steeds onwennig alleen achterlatend en zette “Elisabeth slaap zacht ” op, net als nu. Een van de nummers die we ook op haar crematie hebben gedraaid, vandaag twee jaar geleden. “Mam, ik mis je”, zinghuil ik zachtjes mee.

Maar ook:
“Fijn Mam, dank voor je bezoekje, en dank voor de zeekraal tip!” Helend en hartverwarmend. Wat een zegen dit contact! En net als de zeekraal en japans zeewier die we nu elke week wel een keer eten, doodgewoon heerlijk.