Post Tagged ‘Vader’

Aan het roer op de tijdgeest.infoAan mijn vader: Deze brief is eerder gepubliceert als Krakkemikkig op mijn eigen blog en door ultiem tijdgebrek en tevens blijdschap met het gegeven zelf, uitgekozen als toepaselijke bijdrage voor het SchrijfbloQ thema “De Les”, met een actueel einde en  aangevuld met meer foto’s.

“Je kleinzoon formuleerde het heel helder: “Als er wat in de tuin moet gebeuren opa, dan ga jij in een stoel zitten met een drankje en vertelt mij wat ik moet doen. Jij houdt de regie maar komt die stoel niet uit!”

Je na een dag herinneren dat je om 6 uur ‘s ochtends wakker werd door een grote klap buiten: een stuk losstaande schutting (of twee eigenlijk) waren op je auto gevallen, alleen wist je dat toen nog niet. Je ging je bed uit om de schade te bekijken. Het stormde en regende nog steeds. Met heel veel moeite kreeg je de zware schutting opgetild van je auto, je moest even tegen het hek leunen om bij te komen. Enerzijds was je erg  opgelucht dat het jouw auto was en niet die van de buurman, anderzijds kon je jezelf wel op je kop slaan dat jullie de avond te voor het schuttingpaneel niet vast hadden gezet. Gevolg: Een flinke deuk in de auto,Krakkemikkig De Les maar nogmaals: gelukkig niet die van de buurman!

Moeizaam liep je het huis weer in en klom je de trap op, om nog even verder te slapen. Dat lukte met moeite.
Toen werd je om acht uur wakker, naar adem happend. Je werd bang, iets wat je feitelijk niet kende, of wat in ieder geval lang geleden was. Het trok weg, dus ging je rustig douchen om je klaar te maken voor je periodieke controle-afspraak met de huisarts, je voornemend om ook even te vertellen wat er nu weer voorgevallen was.
Na aankleden beneden gekomen werd je ineens weer beroerd, benauwd op een manier die je niet kende, wat was er in godsnaam aan de hand, dit leek in de verste verte niet op een astma aanval. Je kon naar lucht happen wat je wilde, maar het leek je niet te bereiken. Je zakte door je knieën en werd opnieuw bang, om je heen kijkend naar de telefoon, deze keer vast van plan om 112 te bellen, maar je kon niet bij de telefoon komen en dacht werkelijk dat nu je einde gekomen was. Er schoot van alles door je heen. Heel heel langzaam begon je je beter te voelen, bracht je jezelf ertoe in de auto te stappen en op weg te gaan naar de huisarts. The rest is history.

Op de eerste hulp vertelde je wel iedere keer over de schutting, de deuk in je auto, en het geluk dat het die van jou was en niet die van de buurman, maar verzuimde te vertellen dat dat om 6 uur die ochtend was gebeurt. Wij legden het verband niet, dachten dat het de avond ervoor gebeurd was en vroegen niet door.  Bij ons bleef het 8 uur voorval op de voorgrond staan. Zodoende koppelde niemand het ene feit aan de andere: oorzaak en gevolg.

Gelukkig herinnerde jij je gisteren alles weer in de juiste volgorde en was toen als geen ander doordrongen van het feit dat je je letterlijk en figuurlijk vertild had. Ikzelf ben allemachtig blij dat ik mijn verzuim om te checken of dat schuttingpaneel inderdaad vaststond (zoals ik dacht), niet heb hoeven bekopen met een project “verwerking schuldgevoel over nalatigheid met dodelijke afloop”, al heeft het me flink bezig gehouden.

De winst is gelukkig ook groot:  je weet nu tenminste dat je kransslagaders er mooi uitzien, je geen mild hartinfarct hebt gehad en je hart er nog een goed poosje mee door lijkt te kunnen. Je hebt een antibioticakuur voor een infectie aan de luchtwegen gekregen die mogelijk je conditie gaat verbeteren. En Last but Not Least: Je bent zelf nu ook doordrongen geraakt van het feit dat je het in ieder geval voorlopig wat rustiger aan moet doen.

Ook niet onbelangrijk: Je dochters hebben hun bezorgdheids- versus betuttelingscoördinaten kunnen herijken en we weten weer wat we aan elkaar hebben.   Jij voelt je serieus genomen door ons en wij door jou ;-) Mede dankzij je kleinzoon”.

We zijn inmidels weer twee dagen verder, je hebt zelfs gisteren voor me gekookt en ik voor jou afgewassen en gestofzuigd. Je geniet zichtbaar van het thuis zijn, ook al hoest je nog flink en heb je enorme pijn aan je armen. De eerste schrik is over en je hebt het er alweer over om er de volgende week met de caravan op uit gaan. Je hebt dan alleen “even hulp nodig bij het ophalen”.  Mijn hart hou ik nog steeds vast, zij het losjes.

Les van mijn vader

Geplaatst op: 12 juli 2011 door Geert van den Munckhof in Thema: Les
Tags:, , , ,

‘Houd de eer maar aan jezelf’. Een uitspraak van mijn vader die me is bijgebleven. Als hij niet al in 1994 was gestorven, zou hij op 8 april 2011 84 jaar zijn geworden. Meer dan zeventien jaar geleden en nog steeds zijn de herinneringen levend. ‘Houd de eer maar aan jezelf’, zei hij vaak, als finaal antwoord op de discussies die we hadden. Voor hem was het de ‘ultieme oplossing’ voor de problemen die wij hem voorlegden. Niet altijd werd hem die slotwijsheid in dank afgenomen. Als het gesprek te lastig leek te worden, was het die uitspraak waarmee hij dan een soort van laatste woord uitsprak. Voor hem was de kous daar mee af. Degene waarmee hij op dat moment praatte, had eigenlijk maar twee opties: Het advies ter harte nemen of niet. En dat was geen voor de handliggende keuze. Want zijn uitspraak werd niet zelden vertaald als een blijk van zwakheid. Goede raad die goedkoop leek. Een dooddoener die niet het antwoord was dat je zocht. Integendeel, er kwam eigenlijk een vraag bij. Hoezo, de eer aan je zelf houden? Betekende dat toegeven? Stilzwijgend en eervol ‘ten onder gaan’? De ander gelijk geven en zelf blijven zitten met ‘de eer’? En wat had je dan? Niks toch? Hij knikte dan alleen maar en zei niets.

In de zeventien jaar na zijn dood komt zijn uitspraak nog regelmatig in mijn herinnering. Op momenten dat ik twijfel over de dingen die ik doe. Maar ook op momenten dat ik heel zeker ben van mijn acties. Ik moet er zo nu en dan aan denken als ik twijfel over wat anderen doen. Maar ook als ik hun acties juist geweldig indrukwekkend vind. Een teer gevoel van eer begint in mij te groeien, ondanks dat ik zeker én niet zeker weet wat goed of slecht is. Trots wanneer mijn mening wordt gevraagd, en op een andere manier trots wanneer die niet wordt gevraagd. Steeds meer begrijp ik hoe het voelt om de eer aan mezelf te houden. Vooral omdat ik merk dat ik de eer, mijn trots, steeds vaker ook met anderen deel. Dat voelt goed. En ook soms niet. Maar net zo goed, de eer, die houd ik aan mezelf. Ik heb zijn uitspraak destijds gebruikt bij een afscheidsgedicht dat ik, namens broers en zussen, voor hem maakte. Op 9 november 1994 is hij gestorven. Ik lees zijn gedachtenisprentje nog een keer en voel me… ik voel me…

Is er een woord dat zowel bedroefd als trots betekent? Ja, dat woord is er. Dat is ‘eer’ voor mij. Ik voel me vereerd… Met dank aan mijn vader.

Niet veel zeggen,
niet veel vragen,
‘houd de eer maar aan jezelf’

want hoeveel
een mens kan dragen
blijkt uiteindelijk
heel vanzelf…

Al die jaren,
veel verdragen,
met ons samen,
met jezelf,

was nog in de laatste dagen,
steeds de eer toch bij jezelf.

Welke engel kwam jou dragen?
Herkende je die engel zelf?

Niemand kon jou dat nog vragen,
maar echt, lieve pap,

Jouw eer die zit nu
in ons zelf…

Vader en dochter

Geplaatst op: 10 juli 2011 door Lucas Bezembinder in Thema: Les
Tags:, , , , , , ,

De plaatjes op het digibord beginnen te dansen. Daar heeft Josje altijd last van als haar juf het over geschiedenis heeft. Al die verhalen over veel te lang geleden interesseren haar niets. Haar gedachten dwalen af naar vorige week. 

“Josje schiet je op?” roept haar vader onderaan de trap.
“Ja-aa, ik ben bijna klaar. Nog even mijn haar doen.” Ze staat in de badkamer voor de spiegel. Ze weet niet of ze een staart in zal doen of niet. Ze kijkt om zich heen. Omdat ze nergens een elastiekje ziet liggen is de beslissing toch sneller genomen dan normaal. Als ze even later op de fiets zit, baalt ze wel. Ze heeft nu al statisch haar.

“Josje, loop je door, anders missen we de trein,” roept haar vader terwijl hij naar de roltrap loopt.
“Ja-aa, ik kom eraan.” Ze legt het tijdschrift terug en loopt snel de Bruna uit. Heel even weet ze niet waar haar vader is, maar dan ziet ze net nog zijn kale achterhoofd. De rest van zijn lichaam is al bijna beneden. Ze rent hem achterna en ze komt gelijk met hem op het perron aan. De trein is er nog niet.

“Josje, trek je jas aan, we zijn er bijna,” zegt haar vader terwijl hij opstaat en beide jassen uit het bagagerek vist.
“Ja-aa, even deze bladzij uitlezen.” Verstoord kijkt ze op uit haar spannende boek. Haar vader pakt altijd veel te vroeg zijn jas. Meestal staan ze dan veel te lang op het balkon te wachten tot de trein stilstaat. Nu schrikt ze toch wel als de trein plots remt. Ze zijn er eerder dan zij had verwacht. Snel trekt ze haar jas aan. Ze loopt achter haar vader aan naar de uitgang. Op het perron ontdekt ze dat haar boek nog in de trein ligt. Gelukkig blijft de trein nog wel even staan, zodat ze het boek niet kwijt is.

“Josje, kom je mee, dan halen we de volgende metro nog,” roept haar vader terwijl hij met het kaartje naar de klapdeurtjes loopt.
“Ja-aa, ik kom eraan.” Ze snap niets van de haast van haar vader. Iedere vijf minuten komt er wel een metro. Als ze ziet dat haar vader zonder om te kijken door de klapdeurtjes loopt, gaat ze hem toch snel achterna. Daarbij blijft ze met haar jas haken. Een winkelhaak is haar eerste souvenir.

“Josje, kom je mee, dan gaan we naar de Mona Lisa,” zegt haar vader terwijl ze bij het schilderij met een soort van reddingsvlot staan.
“Ja-aa, ik kom eraan.” Geboeid blijft ze nog even naar de drenkelingen kijken. Als een chaotische menselijke piramide proberen ze zwaaiend met stukken kleding de aandacht van voorbijvarende schepen te trekken. Als ze naast zich kijkt, ziet ze dat haar vader al weg is. Als ze hem bij de opvallend kleine Mona Lisa weer tegenkomt, baalt ze dat ze vergeten is op te schrijven hoe het schilderij van daarnet heette.

“Josje, blijf je wel in de buurt?” roept haar vader vanuit de rij voor de Eiffeltoren.
“Ja-aa, ik ga alleen even daar kijken.” Ze wijst naar een kiosk met Eiffeltorens in alle soorten en maten. Ze zou sleutelhangers meenemen voor haar vriendinnen. Als ze terug komt, ziet ze haar vader nergens staan. Ze schrikt als ze een hand op haar schouder voelt.

“Josje, zit je weer te dromen.” Ze schrikt van de stem van juf Lianne.
“Blijf je wel bij de les?”

PS. Het plaatje is een still uit de prachtige animatiefilm “Father & Daughter” van Michael Dudok de Wit.