Post Tagged ‘Bijnadoodervaring’

Alles is Liefde

Geplaatst op: 22 maart 2010 door Carolien Geurtsen in /Overige bijdragen auteurs/
Tags:, ,

Carolien GeurtsenZojuist zat ik samen met mijn zoon op de rand van zijn bed. We hadden besloten om daar het begin van zijn 17e verjaardag af te wachten. Glimlachend om het ietwat absurde gegeven, luisterden we een paar minuten lang naar de muziek van zijn wekkerradio. Nadat ik hem gefeliciteerd had, werd ik beleefd en dringend verzocht te vertrekken. Tijd om te slapen.

Ik pak een verhaal erbij dat ik 7 maanden geleden schreef, om nog eens over te lezen hoe het ook weer allemaal begon…

“Alles is Liefde”
We schrijven februari 1988, ik woon in Turkije, ben net drie maanden getrouwd en vertoon alle verschijnselen van zwanger zijn. De test vertoond ook zwangerschapshormoon, dus Bingo! Ik superblij, mijn man ook, mooi!

Als ik naar de gynaecoloog ga, krijg ik na een echo te horen dat ik niet zwanger ben maar een cyste heb op mijn eierstok. Heel schokkend, dit kleine onderscheid aan wat er in mij groeit, maar het kan volgens haar geen kwaad, dus we gaan naar huis en mijn man gaat op zakenreis.

Ik voel me vrij rustig met mijn gemengde emoties rondom nog niet zwanger zijn en groeisels op plekken waar ze niet horen. Tijd genoeg voor het een en het ander gaat vanzelf weer weg.
Mijn lijf, emoties en dromen roepen toch steeds dat ik zwanger ben, dus ik hou mezelf nauwlettend in de gaten. Als ik op een gegeven moment heftige bloedingen krijg, besluit ik dat ik een spontane miskraam heb, en nu zorgvuldig ‘schoon’ ga bloeden.
Alleen thuis in een dan nog vreemd land, nog geen echt goede vrienden en niet zo close met mijn schoonouders dat ik dit met ze wil delen, zie ik geen reden om naar de dokter te gaan.

Dan neemt het bloeden vrij ernstige vormen aan en begin ik me slapjes te voelen, alleen ben ik een soort van eigenwijs en zelfredzaam en rustigjes glij ik in een buitenbewuste staat.
Ik merk nog net dat mijn man thuiskomt en dat ik ineens als Jane over zijn schouder lig, terwijl ik de betonnen voorplaats onder mij door zie glijden.
Vanaf dan is mijn herinnering vrij fragmentarisch. Ik zie mezelf door een ziekenhuis gereden worden, vooroverhangend in een rolstoel, hoor een stem concluderen dat mijn linker eierstok gescheurd is door een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, ook dat ik al wel heel erg veel bloed verloren heb en op het punt van shock en doodbloeden sta. Vervolgens hoor ik mezelf in een ambulance klappertanden en mompelen: “Ik heb het zo koud, ik heb het zo koud”.

Een volgend moment lig ik op wat ik ervaar als een warme stalen tafel, zo ijskoud heb ik het, met een chirurg over mij heen gebogen. Hij vertelt me in goed engels dat hij gaat opereren en als ik vraag: “Het is ernstig, hè?, Ik kan hier dood aan gaan toch?!”, beaamt hij dat. M is op dat moment door de stad aan het crossen op zoek naar apotheken met zakken bloed in de juiste bloedgroep. Hij heeft zelf de goede maar ik verneem later dat hij, hoe hij ook aandrong, geen bloed mocht geven. Te veel stresshormoon!

Ik trek de chirurg die even later mijn leven gaat redden aan zijn revers naar mijn gezicht, en ben zelfs in mijn precomateuze toestand zo sterk dat ook mijn eigen hoofd zich wat van de ‘slab’ opricht om hem de meest belangrijke vraag te stellen die er op dat moment bestaat: “Als ik het niet overleef, wil je mijn man dan zeggen dat ik van hem hou?”. Het dringt niet gelijk tot hem door wat ik zeg, of hij verstaat me eenvoudigweg niet, dus ik vraag het nog een paar keer snel achter elkaar en op in mijn beleving zeer indringende toon. Later hoor ik dat ik het gefluisterd heb. Toen hij mij uiteindelijk begreep, knikte hij me liefdevol toe en zei: “Zeker, maar nu moeten we snel gaan!”

Ik word wakker naast een vrouw die net een mooi baby’tje gebaard heeft, de kersverse vader naast haar blijkt naast haar zaad- mijn bloeddonor te zijn. M had nog nét 2 eenheden in de stad kunnen vinden, bij lange na niet genoeg, dus deze man staat mede aan de wieg van mijn nieuwe één-eierstokkige leven. Geweldig!

Minder geweldig is, wat het gehuil van de baby en het geschreeuw en gehuil van andere vrouwen verderop in de gang met mij doen. Het is alsof ik emotioneel en fysiek in allemaal kleine stukjes gescheurd wordt. Zowel het doordringend besef van wel zwanger te zijn geweest en nu niet meer – Hoezo cyste, GVD? – alsmede de pijn en ellende van andere vrouwen, zijn hartverscheurend voelbaar.

Gelukkig zijn er ook de luchtpuntjes:
– De verhouding met mijn schoonmoeder verdiept en verbetert zich in de drie dagen dat ze aan mijn zijde zit en ligt. Er waren geen verpleegsters in die tijd die eten kwamen brengen of po’s, alleen medicijnen. Saadet wijkt niet van mijn zij, voert me en slaapt met haar hoofd op mijn bed terwijl mijn man maar af en toe naar binnen mag en voor de rest van de tijd werkt.

– De chirurg komt kijken hoe het met me is en vertelt glunderend dat ik bijna geen litteken zal overhouden omdat hij mij met nieuw materiaal heeft gehecht en mijn buik op een nog geheel nieuwe manier heeft opengemaakt, omdat ik buitenlandse ben. Dit was tot nu toe alleen voorbehouden aan toeristen die het per ongeluk waagden in nood in dit ziekenhuis terecht te komen, omdat hij alsnog de enige is die deze techniek toe kan toepassen en het materiaal nog niet standaard voorradig is.
Ik ben zeer blij dat hij me niet als een ‘local’ behandeld heeft, maar geneer me ook een beetje en voel mee met de andere – Turkse- vrouwen op zaal en verderop in de gang die in mijn verbeelding met de meest lelijke littekens van keizersneden en ander esthetisch ongenoegen opgescheept zullen blijven.

– De derde dag is er er dan een doorbraak in mijn Turks, na twee jaar de taal meestal zwijgzaam en verbijsterd over zijn gecompliceerdheid geabsorbeerd te hebben, begin ik in deze omgeving waar bijna niemand engels spreekt, eerst noodgedwongen mijn mond open te doen terwijl er dan al snel hele zinnen uitkomen in plaats van de meest noodzakelijke losse woorden of kreten. Iedereen blijkt me te verstaan en ik word euforisch.

De hele ervaring was erg ingrijpend en staat me nog helder voor de geest, maar wat me het meest is bijgebleven, is de enorme aandrang om die boodschap: “…dat ik van hem hou”, over te krijgen, de rest deed er werkelijk niet toe. Dat gevoel heeft een diepe indruk achtergelaten van wat prioriteit heeft voor mij en hoort te hebben.

Drie jaar en 3000 km verder was ik weer in een euforische staat, toen even na onder luid geschal van Pavarotti in de OK binnengereden te zijn, mijn zoon gezond en wel in mijn armen gelegd werd.